9/11 Ontmaskerd

Het boek ‘9/11 Unmasked’ van David Ray Griffin en Elizabeth Woodworth vormt de basis voor het Grand Jury onderzoek dat in de VS zal gaan plaatsvinden. Dit boek achten wij van zodanig belang dat wij hier een samenvattende vertaling publiceren. In de 9/11-editie van De Andere Krant was alleen ruimte voor het opsommen van de hoofdstukken. Hieronder volgt een korte samenvatting van alle 51 officiële aannames over 9/11 die door het team van 23 internationale experts worden weerlegd.

De volledige Nederlandse vertaling van de 51 consensuspunten is overigens te vinden op de website van het panel.

De aanslagen van 9/11 hebben enorme destructieve gevolgen gehad voor de wereld. Van de internationale pers zou je verwachten dat zij grondig onderzocht zou hebben hoe deze uitgevoerd werden en wie ervoor verantwoordelijk waren. Niets is minder waar. Grotendeels heeft die pers het officiële verhaal, dat sinds de eerste dag ongewijzigd is gebleven, slechts herhaald en heeft zij juist diegenen aangevallen die er twijfels over uitten.

Uit deze laatste groep ontwikkelde zich de ‘9/11 Waarheidsbeweging’. Sommige van de door hen onderzochte bewijzen suggereren dat de aanslagen werden georganiseerd door mensen binnen de Amerikaanse overheid. Volgens deze lezing is er sprake van een ‘valse vlag’-operatie. Dat is een aanval waarbij een overheid zichzelf aanvalt en tegelijkertijd bewijs levert dat een andere regering of groep daarvoor verantwoordelijk is, met de bedoeling een aanval op deze tegenstanders te kunnen rechtvaardigen.

Het publieke debat over de geloofwaardigheid van de ‘9/11 Waarheidsbeweging’ is in het algemeen afwijzend geweest en wat de waarheidszoekers beweerden is afgedaan als onwetend en irrationeel. De schrijvers hebben daarom besloten om met behulp van de gangbare wetenschappelijke ‘consensus-methode’ de media en het publiek duidelijke informatie te verschaffen middels het ‘beste bewijs’ dat het officiële 9/11 verhaal tegenspreekt.

Aan een panel van 23 internationale deskundigen uit verschillende disciplines is een aantal aannames in het officiële 9/11 verhaal voorgelegd dat zij onafhankelijk van elkaar hebben beoordeeld. Het panel omvat deskundigen op het gebied van natuurkunde, scheikunde, civiele techniek, luchtvaarttechniek, vliegramp-onderzoek, geneeskunde, journalistiek, psychologie en religie. De evaluatie van iedere aanname omvatte drie rondes van beoordeling en feedback. De panelleden brachten onafhankelijk van elkaar hun stem uit. De voorgestelde punten dienden minimaal 85% van de stemmen te halen voordat deze werden geaccepteerd.

Het 9/11 Consensus Panel heeft bewijs geleverd tegen onderstaande 51 officiële aannames, verdeeld in negen categorieën. Sommige van de samengevatte punten lijken hier wellicht wat kort door de bocht geformuleerd, maar worden in het boek uitgebreid en afdoende door verifieerbare argumenten en verwijzingen ondersteund en toegelicht.

I. De Vernietiging van de Twin Towers

1.  Dat niemand explosies in de Twin Towers heeft gemeld is onjuist. Meer dan 100 van de 500 aanwezige brandweerlieden van de FDNY beschreven de explosies die zij in de Twin Towers hadden waargenomen.

2.  Dat de Twin Towers snel en plotseling instortten zonder explosieven is in strijd met de bewijzen en maakt een nieuw onderzoek noodzakelijk.

3.  Dat de Twin Towers vernietigd werden door vliegtuiginslagen, kerosine en brand blijkt onmogelijk, gezien de maximaal bereikbare temperaturen van de branden.

4.  Dat de Twin Towers vernietigd werden door de inslagen, brand en zwaartekracht alleen, wordt tegengesproken door de horizontale uitstotingen met hoge snelheid van zware dragende gevelelementen over afstanden tot 200 meter.

5.  Dat er grootschalige brandhaarden aanwezig waren in de Zuidtoren is niet waar, gezien het feit dat de brandweerlieden de Zuidtoren betraden in het volste vertrouwen dat zij gemakkelijk de branden zouden kunnen bestrijden. Het gebouw was niet instabiel en stond niet op instorten.

6.  Dat er geen sprake was van gesmolten staal of ijzer in het WTC-puin wordt tegengesproken door het rapport van RJ Lee, dat vermeldt dat er in het stof bijna 150 keer meer ijzer was gevonden dan normaal. Het ijzer in de poelen van gesmolten metaal was tot boven de 2.000ºC verhit, gezien de oranje kleur.

7.  Dat het WTC-stof geen aan thermiet gerelateerd materiaal bevatte, wordt ontkracht door de vondst van niet ontbrand nano-thermiet in 4 onafhankelijk verzamelde proefmonsters.

8.  Dat de waargenomen seismische golven werden veroorzaakt door de vliegtuiginslagen en de instortingen van de Twin Towers wordt door deskundig bewijs weerlegd, omdat de golfkarakteristieken overeenkomen met explosies onderin de gebouwen en niet met vliegtuiginslagen of instortingen.

9.  Dat er geen fysiek bewijs, noch getuigenverklaringen zijn dat de torens door controlled demolition(gecontroleerde sloop) zijn ingestort, is onverdedigbaar, vanwege de vele getuigen die verklaarden in de kelders van de torens explosies gehoord te hebben en dat de instortingen de karakteristieke kenmerken vertoonden van dergelijke sloop, die onmogelijk op een andere manier kunnen worden verklaard.

II. De Vernietiging van WTC 7

10.  Dat WTC 7 is ingestort door brand alleen wordt door de feiten tegengesproken. In dat geval zou de instorting geleidelijker moeten zijn gegaan. Het plotselinge karakter van het instorten, te zien op de videobeelden, getuigt daarvan. 

11.  De bewering in het conceptrapport van NIST (National Institute of Standards and Technology) dat WTC 7 niet met vrije val versnelling instortte, moest vanwege door derden aangedragen bewijs door NIST zelf in het definitieve rapport worden herroepen.

12.  De bewering in het definitieve rapport van NIST dat WTC 7 gedurende 2,25 seconden met vrije val versnelling instortte zonder hulp van explosieven, is in strijd met eerdere uitlatingen van NIST dat vrije val zonder explosieven niet mogelijk is.

13.  De computersimulatie door NIST van de val van WTC 7 komt niet overeen met de waargenomen instortingen. NIST geeft de gebruikte modellen niet vrij.

14.  De analyse van NIST van de aanvang van de instorting klopt niet. Dat vloerbalk A2001 bij kolom 79 van zijn oplegging werd gedrukt is onmogelijk, omdat de op de balk aanwezige verstijvingsribben dit zouden hebben voorkomen.

15.  De bewering van NIST dat er geen staal van WTC 7 overgebleven was om te onderzoeken is onjuist.

16.  Dat de voorkennis bij CNN en BBC over de instorting van WTC 7 gebaseerd was op waarnemingen van getuigen, kan alleen worden verklaard als deze getuigen op de hoogte waren van het voornemen om het gebouw door middel van explosies te laten instorten.

17.  De enorme explosie in het WTC 7, waarover de in de toren aanwezige Michael Hess en Barry Jennings naderhand verslag uitbrachten, kwam gezien het tijdstip niet van het instorten van WTC 1.

III. De Aanslag op het Pentagon

18.  Dat de onervaren Hani Hanjour vlucht AA 77 bestuurde en met een ingewikkelde manoeuvre in het Pentagon kon vliegen, is volgens ervaren piloten onmogelijk.

19.  Dat de aanslag op het Pentagon om 09:38 uur niet door straaljagers kon worden voorkomen is niet waar. Er waren onderscheppingstoestellen op nabij gelegen militaire vliegvelden aanwezig die op tijd hadden kunnen vertrekken.

20.  Dat de aanslag op het Pentagon niet kon worden voorkomen, omdat de militaire leiding geen melding had ontvangen dat vlucht AA 77 was gekaapt, is niet waar.

21.  Dat men nooit rekening had gehouden met een aanval op het Pentagon door een conventioneel vliegtuig is niet waar, gezien de oefeningen die er in de voorafgaande jaren werden gehouden.

IV. De 9/11 Vluchten

22.  Dat de vier vliegtuigen daadwerkelijk waren gekaapt is twijfelachtig, omdat geen van de acht piloten en co-piloten de universele code (7500) voor een kaping hebben verzonden.

23.  Dat vlucht UA 93 met hoge snelheid in Pennsylvania neerstortte, wordt tegengesproken door de totale afwezigheid van vliegtuigresten op de aangewezen plek.

24.  Dat de kapers verantwoordelijk waren voor het wijzigen of uitschakelen van de transpondersignalen en dat de vliegtuigen daardoor moeilijk te volgen waren, is onmogelijk, omdat dat niet handmatig kan worden uitgevoerd.

25.  Dat er geen informatie uit de zwarte dozen van de vliegtuigen kon worden afgelezen, omdat een aantal dozen niet gevonden was en omdat de serienummers van de wel gevonden dozen niet worden vrijgegeven, maakt op z’n minst een onbetrouwbare indruk.

V. Amerikaanse Legeroefeningen vóór en op 9/11

26.  Dat het Amerikaanse leger niet voorbereid was op gekaapte commerciële vliegtuigen die als aanvalswapens konden worden gebruikt, is ongeloofwaardig, omdat in oktober 2000 en in mei en augustus van 2001 oefeningen werden gehouden met een vergelijkbaar scenario.

27.  Dat het ongebruikelijk grote aantal van 12 geplande militaire oefeningen op de ochtend van 11 september 2001 niet vertragend werkten op een militaire respons op de kapingen is niet aannemelijk. Daarom werd alleen de oefening Vigilant Guardian genoemd in het 9/11 Commissie-rapport. Daarnaast vonden echter ondermeer de oefeningen Global Guardian, Crown Vigilance, Amalgam Warrior, Amalgam Virgo, Northern Vigilance, Apollo Guardian, Whiskey 105 en Red Flag ook nog op dezelfde dag plaats.

VI. Beweringen omtrent de Militaire en Politieke Leiders

28.  De officiële verslagen van de activiteiten van acht politieke en militaire leiders die een centrale rol speelden op 9/11 omvatten één van de meest opmerkelijke kenmerken van 9/11. In alle acht gevallen suggereren de feiten dat het verslag vals is, of op z’n minst dubieus.

29.  Dat het niet noodzakelijk werd gevonden President Bush onmiddellijk uit de basisschool in Florida weg te halen, was niet volgens protocol en suggereert dat de geheime dienst wist dat de president niet in gevaar was.

30.  Dat op de eerste herdenkingsdag werd gemeld dat President Bush de school snel zou hebben verlaten, wordt tegengesproken door een video die in 2003 verscheen. Dit geeft aan dat de media werden gebruikt om van het handelen van de president op die dag een vals beeld te schetsen.

31.  Dat Vice-president Cheney pas kort voor 10:00 uur het PEOC (Presidential Emergency Operation Center) zou zijn binnengekomen, wordt tegengesproken door getuigenverklaringen.

32.  Dat Cheney niet op tijd de opdracht zou kunnen hebben gegeven om vlucht UA 93 neer te schieten is aantoonbaar niet waar.

33.  Dat Minister van Defensie Rumsfeld niet in de positie was om iets te doen tegen de aanslagen of het neerstorten van vlucht UA 93 wordt door getuigen tegengesproken.

34.  Dat Generaal Myers niet in het Pentagon aanwezig was tijdens de aanslagen wordt door tegenstrijdige verklaringen van hemzelf en anderen ontkracht.

35.  Dat Generaal Shelton al om 12:30 uur in het Pentagon terugkeerde na een afgebroken vlucht, is niet waar. Hij landde die dag pas om 16:40 uur op Andrews AFB. Waartoe dient dit foutieve verslag en waarom werd deze belangrijke commandant bijna 5 uur opgehouden?

36.  Dat tijdens de aanslagen Brigade Generaal Winfield, zoals de officiële lezing in 2003 zegt, nietde adjunct-directeur operaties (DDO) van het National Military Command Center (NMCC) was, maar Marine Kapitein Charles J. Leidig, is in tegenspraak met eerdere officiële verklaringen.  Het is een mogelijke aanwijzing dat het optreden van eerst genoemde op die dag onduidelijk is en dat zijn rol om bepaalde redenen achteraf geminimaliseerd moest worden.

37.  Dat Generaal Ralph Eberhart, de commander-in-chief van het NORAD (North American Aerospace Defense Command), algemeen beschouwd wordt als held, is  ten onrechte. In werkelijkheid heeft hij niets effectiefs tegen de kapingen ondernomen en slechts gezorgd voor vertraging van de mogelijkheden tot ingrijpen.

38.  Dat de New Yorkse burgemeester Giuliani, volgens zijn getuigenis voor de 9/11 Commissie in mei 2004, niet wist dat de WTC torens 1, 2 en 7 zouden gaan instorten wordt tegengesproken door het verslag dat hij zelf in de ochtend van 9/11 gaf aan Peter Jennings van ABC, waarin hij stelde dat hem was verteld dat de torens het zouden begeven. Deze vraag zou hem nog eens onder ede moeten worden gesteld.

VII. Osama bin Laden en de Kapers

39.  Dat Osama bin Laden verantwoordelijk was voor de aanslagen wordt door geen enkel bewijs ondersteund. Volgens de twee co-voorzitters van de 9/11 Commissie, Thomas Keen en Lee Hamilton, konden zij, noch de FBI, noch het Witte Huis, noch de Britse regering van Tony Blair het bewijs hiervoor leveren. De enige aanwijzing was een onbetrouwbare verklaring van een gevangen genomen volgeling van bin Laden, Khalid Sheikh Mohammed (KSM), die zij nietmochten ondervragen, net zomin als zij de verhoren mochten bekijken.

40.  Dat kapingsleider Mohamed Atta op 10 september 2001 naar Portland reisde, is onwaarschijnlijk. Waarom hij deze riskante reis vanuit Boston met een gehuurde auto zou hebben ondernomen is onduidelijk. Bovendien werd zijn bagage, met nota bene zijn testament er in, als enige van de 81 passagiers niet ingeladen op vlucht AA 11. Ofschoon dit verhaal ingewikkeld in elkaar zit, lijkt het eerder gebaseerd op creatieve verbeelding dan op feiten.

41.  Dat bewakingsbeelden het bewijs zouden leveren dat Mohamed Atta in Portland was op 10 en 11 september is onwaarschijnlijk, omdat de authenticiteit van deze beelden niet kan worden aangetoond.

42.  De videobeelden van Dulles Airport te Washington die de vijf kapers van vlucht AA 77 tonen op 11 september, zijn niet authentiek en zijn daarom geen bewijs voor de aanname dat de vijf kapers aan boord gingen van vlucht AA 77.

43.  Dat de kapers vrome moslims waren, wordt niet bevestigd door de vele verklaringen in de media over hun gedrag in de dagen voorafgaand aan de aanslagen. Deze tegenstrijdigheid is niet door de 9/11 Commissie onderzocht.

44.  Dat Mohammed Atta als extreem religieuze Moslim te boek staat, is het gevolg van een persoonsverwisseling met een zekere Mohamed Mohamed el-Amir Awad el-Sayed Atta die in Hamburg studeerde, zeer devoot was en zeker 10 tot 15 cm kleiner dan de ‘Amerikaanse’ Atta. Deze laatste Atta vertoonde bovendien gedrag en kenmerken die niet passen bij de beschrijving die Professor Machule gaf over zijn student in Hamburg.

45.  Dat ‘Able Danger’, de codenaam voor een uiterst geheime inlichtingenoperatie, verzaakte om Mohamed Atta’s aanwezigheid in de VS in januari 2000 aan te tonen, is niet waar. De bewijzen hiervoor werden voor de FBI geblokkeerd en niet opgenomen in het 9/11 Commissie Report van juli 2004, omdat ze geen historisch belang zouden hebben. Hiermee is het officiële 9/11 verhaal op z’n best een dekmantel, op z’n slechtst werd de zogeheten Mohamed Atta door elementen binnen het Pentagon beschermd en kon hij vrijelijk zijn gang gaan tot aan 11 september 2001.

VIII. De Telefoongesprekken vanuit de 9/11 Vliegtuigen

46.  Dat de kreet „Let’s roll!” daadwerkelijk aan Todd Beamer in vlucht UA 93 is toe te schrijven, is onwaarschijnlijk. Er zijn acht problemen te onderscheiden in het officiële verslag. De eerste drie betwijfelen of het telefoongesprek überhaupt wel kán hebben plaatsgevonden. Het vierde is dat op geen enkele manier de authenticiteit van het gesprek is aan te tonen, de andere drie roepen serieuze vragen op over de daadwerkelijke verbinding. In het verslag aan de FBI op 11 september 2001 van Verizon leidinggevende Lisa Jefferson, waarmee het bewuste telefoongesprek zou zijn gevoerd, kwam de vaak aangehaalde kreet niet voor.

47.  Dat de kreet „Let’s roll!” van Todd Beamer in vlucht UA 93 authentiek was, wordt ook door de aangenomen tijdstippen van het gesprek betwist. Er zit meer dan 20 minuten verschil tussen de tijdlijnen genoemd in enerzijds het 9/11 Commissie Rapport uit 2004 en anderzijds in het verslag onder ede van de FBI. Dit kwam naar voren gedurende het proces tegen de ‘20ekaper’, Zacarias Moussaoui, in 2006, dat tevens wordt ondersteund door de verbindingsgegevens.

48.  Dat de gerapporteerde telefoongesprekken door de bekende TV commentator Barbara Olsen vanuit vlucht AA 77 met haar man Theodore ‘Ted’ Olsen, procureur-generaal van de VS, authentiek waren, is onaannemelijk gezien de FBI-rapporten en vanwege het feit dat ondanks alle twijfel de verbindingsgegevens nooit openbaar zijn gemaakt.

49.  De aanname dat de gerapporteerde mobiele telefoongesprekken authentiek zijn, is alleen al vanwege de technische onmogelijkheid ervan even belachelijk als onwaarschijnlijk.

50.  De aanname dat de gerapporteerde mobiele telefoongesprekken authentiek zijn, wordt tevens ontkracht door het feit dat het officiële verhaal op dit punt is aangepast: de meeste telefoongesprekken zouden zijn gevoerd middels de vaste rugleuningtelefoons in het vliegtuig, behalve twee gesprekken die wél met mobiele telefoons zouden zijn gevoerd. Deze zouden echter vanaf te grote hoogte moeten zijn gevoerd én ze komen niet voor op de telefoonrekeningen.

IX. Het Vraagstuk van de Aandelenhandel

51.  Dat er geen aandelenhandel met voorkennis in put-opties zou hebben plaatsgevonden voorafgaand aan 9/11, wordt door diverse econometrische onderzoeken in 2006, 2010 en 2011 tegengesproken. Met deze zeer ongebruikelijke transacties kort voor 9/11 is ongeveer 15 miljoen dollar verdiend. Deze onderzoeken worden niet betwist en duiden op een opvallende mate van voorkennis.

Conclusie

De bewering dat al-Qaeda strijders, onder aanvoering van Osama bin Laden, op 9/11 Amerika aanvielen is door de Bush-Cheney regering als voorwendsel gebruikt om moslimlanden aan te vallen. De oorlogen tegen Afghanistan en Irak hebben meerdere honderdduizenden burgerslachtoffers geëist en dwongen nog grotere aantallen op de vlucht te slaan. Onder de Obama-regering werd het als excuus gebruikt om de aanvallen tegen moslimlanden te continueren, hetgeen resulteerde in nog meer slachtoffers en vluchtelingen. De regering van Trump heeft zich voorgenomen moslims uit verschillende landen de toegang tot Amerika te weigeren. Het is natuurlijk volstrekt irrationeel om moslimlanden in het algemeen verantwoordelijk te houden voor de daden van ene Osama bin Laden en een handvol volgelingen. Dat is net zo onlogisch als de gehele VS de schuld te geven van het gedachtegoed en de daden van de Ku Klux Klan. Een rationele discussie voeren met mensen die geloven dat zij, hun familie, hun geloof of hun land zijn aangevallen, is en blijft lastig. Één benadering om deze grove misstand tegen te gaan is aan te tonen hoeveel fundamentele aspecten van de officiële 9/11 theorie niet waar zijn. Dat is wat het panel van internationale experts met dit boek beoogt.

Er is recent veel discussie over ‘fake news’. Het meest onheilspellende voorbeeld van fake news in de 21e eeuw is tot dusver het officiële 9/11 verhaal. Het is inmiddels de hoogste tijd om dit verhaal recht te zetten.